Gehoor
Communiceren is een combinatie van spreken en luisteren. Die twee functies horen bij elkaar, als je een gesprek voert met iemand. Je reageert op wat de ander zegt en hoe jij dat (gesproken geluid) waarneemt. Hoe je hoort, beïnvloedt de reactie. Als je iets niet helemaal verstaan hebt, vraag je om te herhalen. Omdat logopedie gaat over communicatie, kijkt de logopedist ook naar het gehoor.
Hier vindt u informatie over problemen die met het gehoor te maken hebben.
Gehoorproblemen
Gehoorproblemen bestaan er in verschillende vormen. Het kan zijn dat het gehoor in orde is, maar dat de informatie die het oor opvangt niet goed wordt verwerkt, maar het kan ook zijn dat het gehoor niet goed functioneert.
Slecht auditief geheugen
Als de informatie niet goed wordt verwerkt kan het zijn dat de persoon in kwestie een zwak auditief geheugen heeft of dat de persoon in kwestie niet goed onderscheid kan maken tussen verschillende spraakklanken. Mensen die hier last van hebben, zullen het lastig vinden personen te verstaan die snel spreken met name in een lawaaiige omgeving. De oorzaak van dit soort gehoorproblemen is vaak niet aanwijsbaar, maar hangt vaak samen met andere problemen zoals concentratie- en leerproblemen.
Slechthorendheid
Het komt regelmatig voor dat middenoorontstekingen of een gaatje in het trommelvlies tijdelijk slechthorendheid veroorzaken. Als dit een enkele keer voorkomt, is dit geen probleem, maar als dit vaker voorkomt, kan het zeker bij kinderen vertragingen opleveren in de spraak- taalontwikkeling. Het is belangrijk om zo vroeg mogelijk te ontdekken dat een kind slechthorend is. De huisarts zal het kind naar de kno-arts verwijzen, eventueel volgt onderzoek in een audiologisch centrum De logopedist kan ouders advies geven. De therapie bestaat dan uit spraak- en taaltraining.
Doofheid
Doofheid kan aangeboren zijn of niet. Bij aangeboren doofheid ontwikkelt de gesproken taal zich niet spontaan, ook niet na het aanmeten van hoortoestellen. Bij niet-aangeboren doofheid worden spraak en taal vanzelfsprekend wel ontwikkeld, maar de mate van ontwikkeling hangt af van de leeftijd waarop de persoon in kwestie doof werd.
Aangeboren doofheid kan erfelijk zijn, maar kan ook worden veroorzaakt door ziektes tijdens de zwangerschap zoals rode hond. Mensen die dit hebben zijn vaak slecht verstaanbaar en hun stemgebruik doet voor goed-horenden vaak nogal vreemd aan.
Niet aangeboren doofheid kan door verschillende oorzaken ontstaan, door een ziekte zoals hersenvliesontsteking, een ongeval, een lawaai-beschadiging of een tumor. Zolang mensen nog niet geleerd hebben zich op een andere manier uit te drukken, levert dit vaak ernstige communicatieproblemen op.
Revalidatie na plaatsing Cochleair implantaat
Veel mensen met een ernstige slechthorendheid of doofheid hebben een probleem in het slakkenhuis, in het binnenoor. Hierdoor kunnen zij geluiden en spraak onvoldoende waarnemen. Gewone hoortoestellen maken het geluid harder. Dit verbetert echter niet altijd de geluidswaarneming en het verstaan van spraak.
Een cochleair implantaat (CI) zet geluiden om naar elektrische signalen, die rechtstreeks worden doorgegeven aan de gehoorzenuw. Deze andere manier van horen vraagt om een intensieve begeleiding en revalidatie. Logopedisten die in een vrije vestiging te maken hebben met kinderen en/of volwassenen met een CI, richten de behandeling, vaak in overleg met de logopedist van het CI-team op het leren horen, het gebruik van spraakafzien, de communicatie met de omgeving en articulatie.
AFSPRAAK MAKEN?