Taal
Goed kunnen communiceren is nodig als je contact wilt maken. Taal is onmisbaar om informatie uit te wisselen. Gedachten (een idee of een plan) ontstaan in de hersenen. Er is taal nodig om die gedachten over te brengen naar iemand anders. Om te kunnen verwijzen naar zaken in de werkelijkheid. Als je de taal niet of onvoldoende beheerst, dan ben je beperkt in je mogelijkheid om met anderen te communiceren.
Hier vind u informatie over problemen die met taal te maken hebben.
Vertraagde taalontwikkeling
Een vertraagde taalontwikkeling wordt vaak ontdekt door de ouders als zij leeftijdsgenootjes horen spreken en constateren dat hun kind een nog wel erg kleine woordenschat heeft. Andere manieren waarop een vertraagde ontwikkeling zich kan uiten is, dat het kind geen zinnen maakt, de woordvolgorde van zinnen door elkaar haalt en/of woorden verkeerd uitspreekt. Nu doet ieder jong kind dat, maar het wordt verontrustend als het kind in vergelijking met leeftijdsgenootjes een stuk minder goed presteert. Als gevolg hiervan kan het kind zich moeilijk uiten en dat kan uiteindelijk leiden tot gedragsproblemen. Spraak en taal zijn nauw met elkaar verbonden. Daarom komt het ook heel vaak voor dat kinderen die problemen hebben met taal ook problemen hebben op het gebied van spraak, maar dat hoeft niet.
Wat is TOS?
Bovenstaande taalproblemen kunnen samenhangen met gehoorproblemen, een achterstand in de (algehele) ontwikkeling of een ziektegeschiedenis, maar er kan ook sprake zijn van een specifiek taalprobleem. Bij een specifieke taalontwikkelingsstoornis (TOS) is er geen duidelijk aanwijsbare oorzaak voor de taalproblemen en verloopt de rest van de ontwikkeling normaal. In de hersenen van een kind met een taalontwikkelingsstoornis (TOS) wordt taal minder goed verwerkt. De taal- en spraakontwikkeling verloopt hierdoor anders dan bij leeftijdsgenoten. Dit zorgt vaak voor achterstanden en frustraties.
Met behulp van vroegtijdige behandeling kan het kind toch groeien in zijn/haar taalontwikkeling. Wij zullen adviezen en/of behandeling geven die erop is gericht om de taalontwikkeling op gang te brengen of de taalontwikkeling te verbeteren. De taalgevoelige periode van een kind loopt tot een leeftijd van ongeveer 6 à 7 jaar. Het is daarom belangrijk niet te lang af te wachten en deze gevoelige periode volledig te benutten.
Signalen van TOS
- Het kind kent weinig woorden.
- Het kind heeft moeite om op een woord te komen.
- Het kind is niet goed te verstaan.
- Het kind wordt boos als hij of zij niet begrepen wordt of anderen niet begrijpt.
- Het kind maakt korte zinnen of veel fouten bij het maken van zinnen.
- Het kind lijkt niet te luisteren.
- Het kind is erg stil en praat weinig.
Veel kinderen met ernstige spraak-/taalmoeilijkheden ontwikkelen op latere leeftijd dyslexie. In de wetenschappelijke literatuur worden percentages van wel 40-50 % genoemd, waarbij de combinatie van taalproblemen en dyslexie vaker bij jongens dan bij meisjes voorkomt.
Dyslexie
Dyslexie kan zich op verschillende manieren uiten. Het kan zijn dat deze kinderen traag lezen of lezen met veel fouten, maar ook een combinatie van beide is mogelijk. Het komt ook voor dat kinderen goed lezen, maar dat ze problemen hebben met spellen. Bij kinderen met dyslexie is vaak al vroeg te zien dat ze moeite hebben met lezen en/ of spellen. Kenmerkend is dat deze kinderen juist extra hun best doen. Vaak komt dit in groep 3 naar voren omdat kinderen dan leren lezen en schrijven, maar ook in groep 1 en 2 zijn er soms al signalen, zoals achterstanden in de auditieve/fonologische vaardigheden en/of taalontwikkeling. Het kan ook zijn dat de problemen pas aan het licht komen in de brugklas als kinderen vreemde talen leren.
Voorschotbehandeling
In de praktijk geven wij kinderen “een steuntje in de rug” met klanken en letters. Spelenderwijs bekend raken met de functie van klanken en letters, waardoor de overgang van groep 2 naar groep 3 (en dus het aanvankelijk leesproces) vereenvoudigd wordt. Doordat de kinderen ervaring opdoen met activiteiten rond geletterdheid groeit het zelfvertrouwen, de motivatie en wordt de kans op een succesvolle leesstart vergroot.
Dysfatische ontwikkeling
Dit is een neurologische spraak/taalontwikkelingsstoornis waarbij het kind veel meer begrijpt dan dat het zelf kan zeggen. Het spontane spreken verloopt beter dan de dialoogspraak dit wordt veroorzaakt door op-commando problemen (direct en adequaat reageren op vragen). Tevens hebben deze kinderen vaak veel moeite met het vinden van woorden waardoor ze niet erg vloeiend spreken en vinden ze het vaak lastig om elementen uit een verhaal met elkaar te verbinden. Daardoor is het vaak heel moeilijk voor ze om te vertellen over een bepaalde gebeurtenis. Het komt vaak voor dat deze kinderen ook motorische problemen (dyspraxie) hebben, waardoor ze bijvoorbeeld problemen hebben met leren zwemmen en alledaagse dingen als met een lepel eten, tanden poetsen en aankleden. Kinderen met een dysfatische ontwikkeling laten op verschillende leeftijden andere kenmerken zien.
In de praktijk werken wij met de Tan-Söderbergh methode.
Meertaligheid
Kinderen zijn in principe in staat om tot hun twaalfde meerdere talen probleemloos te leren spreken. Het komt echter voor dat het kinderen toch moeite kost. Er kan dan sprake zijn van concentratieproblemen, problemen bij de luister- en geheugenontwikkeling en sociaal emotionele problemen. Ook is het zo dat problemen in taalontwikkeling in de moedertaal, automatisch ook problemen op leveren in de tweede taal. Daarnaast kunnen problemen in de meertalige ontwikkeling ook ontstaan als het kind óf in de ene óf in de andere taal niet genoeg onderricht krijgt om de taal volledig te beheersen. Als gevolg hiervan kan er een situatie ontstaan waarin het kind een taal niet goed genoeg beheerst, waardoor er een leerachterstand kan ontstaan.
AFSPRAAK MAKEN?